Romans - Pianomuziek in de regen Anjet Daanje
wat er van me werd verwacht, maar jij kwam vaak in opstand tegen de bestaande rolverdeling. Je kon niet verkroppen dat Tom alles beter dacht te weten. En zo ontaardden verschillende projecten in ernstige ruzies die nooit meer bijgelegd dreigden te worden.
Jij had een grenzeloos doorzettingsvermogen. Ook al moest je vele nachten opblijven om een project af te krijgen, het moest en zou afkomen. Ik was altijd bereid me aan jouw zijde te scharen. Tom was anders. Hij kon vol vuur meewerken, maar als alles niet zo eenvoudig bleek als hij had gedacht dat het zou zijn, wanneer we tegenslagen te verwerken kregen, wanneer hij een vervelende taak kreeg toebedeeld omdat jij en ik al met iets anders bezig waren, dan ebde zijn enthousiasme snel weg. Hij zei niet met zoveel woorden dat hij ermee wilde stoppen, hij ging gewoon iets anders doen, iets wat minder inspanning van hem zou vergen. Jij kon dat niet begrijpen. Jij werkte naar een doel toe. Waarom deelde hij jouw standpunt niet?
Voor zijn gevoel was het doel niet belangrijk. Hij hoefde niet te bewijzen dat hij iets kon. Het gevolg
van een ongelofelijke eigendunk. Hij wist dat hij intelligent was, ondanks het feit dat zijn cijfers op school het tegendeel schenen te bewijzen. Voor het maken van huiswerk en het leren van proefwerken was hij veel te lui. Hij wist dat hij het zou kunnen als hij zich inspande, dus was inspannen niet meer nodig.
Die zelfverzekerdheid hoorde bij zijn persoonlijkheid. Het maakte dat leraren in hem geloofden, terwijl hij niets presteerde. Het maakte dat buitenstaanders geloofden dat de projecten van hem waren, hoewel jij het merendeel van het werk had verricht.
Terwijl bij jou alles moest wijken voor een doel, als het moest dan at je niet, sliep je niet, werkte je tot je er letterlijk bij neerviel, leefde Tom voor het mo-
ment, en als hem dat geen plezier meer verschafte zocht hij iets anders om zich mee te vermaken.
Jullie onbegrip voor elkaars denkwijze was er de oorzaak van dat vele van onze projecten nooit afkwamen. Vaak was je zo kwaad op Tom als hij
II-7 II-8