|
De Leeswolf, nummer 4, april 2006, door Geert Beernaert
Anjet Daanje: “Gezel in marmer”
Nan Geerings en Marin Slingerland werken reeds 26 jaar samen in de fictieve Nederlandse Mirandol studio's. Marin is een beeldhouwster die de gipsmodellen van haar beelden laat uithakken in marmer door haar steenhouwster Nan. In de perceptie van het publiek zijn de marmeren beelden echter het werk van één persoon (Marin), die dan ook met alle aanzien gaat lopen en de kunstrecensenten te woord mag staan. Nan heeft daar geen probleem mee en gaat volledig op in haar vakmanschap als knecht. De één kan niet zonder de ander, maar hun vriendschap krijgt een stevige deuk wanneer Nan ontdekt dat het ontwerp van een beeld van Marin plagiaat is. Hierdoor komen ze terecht in een woelwater van wantrouwen en misvattingen en word je meegesleept in een zoektocht naar de eerste aanbrenger van het idee. |
|
|
| Net zoals in Anjet Daanjes eerste roman Pianomuziek in de regen (1993) komt hier het thema van de gecompliceerde vriendschap tussen twee vrouwen aan bod. Wat kenmerkend is voor al haar romans is het minieme belang dat er gehecht wordt aan het verhaal, maar de indrukwekkende uitdieping en evolutie van de karakters van de personages. De beschrijvingen zijn helder, gevat, direct, trefzeker en plastisch. Er staat geen woord te veel. Daanje, zelf beeldhouwster in haar vrije tijd, heeft zich blijkbaar uitermate goed gedocumenteerd over de beeldhouwkunst en de soorten materialen. Tevens krijgen we historische gegevens aangereikt en filosoferen we mee over het bedrijven van kunst, over de functie van de kunst in de samenleving en over de integriteit en sereniteit van het ambacht van een steenhouwer. Dit alles resulteert in een meesterlijke, met veel vakmanschap geschreven roman. |
|
|
