Recensies - Het lied van ooievaar en dromedaris Anjet Daanje
overleden zus die je niet kunt afdanken vanwege verdriet en gemis, een geheimtaal die niemand buiten je gezin begrijpt, verliefd zijn op je pianoleraar, een schuilnaam, opgesloten zijn in een donkere ruimte waaruit je je niet kunt bevrijden (onder de grond, bijvoorbeeld), een horloge dat kwijtgeraakt is, een tegelvloer dweilen, een kat of een hamster die Mouse heet.
Dit zijn elf sprekende voorbeelden van de vele sluw terugkerende motieven in de elf hoofdstukken van Het lied van ooievaar en dromedaris, het tiende boek van de Groningse schrijfster Anjet Daanje (57). In ieder hoofdstuk wordt een nieuw levensverhaal verteld, van geboorte tot dood, van een Engelse, Franse of Nederlandse vrouw of man in de achttiende, negentiende of twintigste eeuw. Allemaal hebben ze op vaak onverwachte en spannende wijze te maken met de centrale figuur: Eliza May Drayden.
Eliza May Drayden heeft een schuilnaam maar is zelf eigenlijk ook weer een schuilnaam, zoals velen
in dit boek iemand anders lijken te zijn. Daanje heeft Eliza’s levensloop namelijk geënt op Emily Brontë, de middelste en meest uitzonderlijke – hoewel? Ook dat staat op losse schroeven na deze roman – van de drie zusjes Brontë, die de literatuur in de negentiende eeuw op haar kop zetten met boeken die nog steeds gelezen en verfilmd worden.
Ieder hoofdstuk vangt aan met passages uit biografieën of aantekeningen die de geheimen in het leven van Eliza en haar zusters proberen te duiden, en die alvast een hengel uitwerpen naar het levensverhaal dat volgt. Maar in plaats van helderheid te verschaffen, zoals iedere biograaf toch probeert, blijken de feiten steeds ongrijpbaarder en de werkelijkheid steeds complexer te worden. [...] Zo zijn er nog vele doodlopende wegen en nieuwe vergezichten, waardoor je al snel gegrepen bent en 655 pagina’s helemaal niet dik vindt.
Alle elf levensverhalen zijn interessant, ik pik er
V-523 V-524