Recensies - Het lied van ooievaar en dromedaris Anjet Daanje
De Groene Amsterdammer, 28 juli 2022, door Maaike Meijer

Verhalen die van heel ver komen

Met Het lied van ooievaar en dromedaris biedt Anjet Daanje een fascinerende kluwen van verhalen die samen twee eeuwen omspannen, in een mozaïek van stijlen en genres. Centraal staat de onaangepaste Eliza May, in wie we Emily Brontë herkennen.

[...] Daanje is gefascineerd door de Brontë’s, meer in het bijzonder door Emily Brontë. Deze hele roman is een zoektocht van Daanje naar Emily. De auteur wil niets minder dan Emily Brontë worden. Zij laat geen middel onbeproefd om dat te laten gebeuren: door Emily’s poëzie te vertalen, door haar prozastijl en -thematiek te imiteren, zich te verplaatsen in Emily’s fascinatie met de dood, zich in te leven in haar harde bestaan, door personen uit haar omgeving onderwerp te laten worden van
nieuwe verhalen – je kunt het zo gek niet bedenken of Daanje heeft het gedaan. Haar boek bestaat uit elf hoofdstukken die op zich staande novellen zijn, maar allemaal draaien ze om hetzelfde: wie was dit balsturige, eenzelvige genie, die nog geen dertig werd, die al twee eeuwen dood is maar wier samengebalde enigmatische oeuvre blijft boeien?
Daanje’s bedoeling is niet Brontë te verslaan, zoals de Bloom-mannen zouden doen, maar eerder haar dichterbij te halen, haar raadselachtige persoon tot spreken te brengen, haar voort te zetten. [...]
Het meest aanwezige personage in deze roman is de Dood. [...] Zo springt deze roman steeds verder vooruit, tot diep in de twintigste eeuw. Nog altijd zijn er verbindingen van zulke nieuwe verhalen met de oude geschiedenis van de zusters Drayden, maar die worden dunner en dunner, zoals het intergenerationele weefsel van herinneringen nu eenmaal gedoemd is steeds ijler te worden. Deze verhaalconstructie legt een waas van vergeefsheid over dit boek: alles raakt verloren, alles wordt
V-515 V-516