Recensies - Het lied van ooievaar en dromedaris Anjet Daanje
heeft betoverd, alsof ze hem hiertoe heeft gedwongen, want zij wil hem, daarvan is hij overtuigd.’ Er lijkt aanvankelijk een waarheid te worden verkondigd – maar in het staartje van de zin blijkt het alleen zijn waarheid, zijn particuliere overtuiging. Die dynamiek is uitermate geraffineerd, maar het belangrijkste effect is: je gelooft het.
En je vraagt je af waaróm. Waar het genie van deze schrijfster nou toch in zit. Doordat je soms moet stilstaan bij wie er precies aan het woord is, bij hoe dit boek in elkaar zit – en wat die elkaar echoënde verhalen en terugkerende elementen als zilveren belletjes, pianomuziek en zelfs een rondzoemende vlieg te betekenen hebben – leidt Daanje je naar het overkoepelende thema van de roman. Telkens, in alle elf verhalen, draait Het lied van ooievaar en dromedaris om het leven in het aanschijn van de vergankelijkheid. Anders gezegd: om het grote niets dat bevochten wordt met vurige levenshonger. In elke episode worstelen de personages met de hoop en het geloof dat het wél zin heeft, telkens wordt het
lied gezongen van illusies en verbeelding – dé manier om ons met de dood te verzoenen.
Manieren, moet je zeggen. Want waar voor de negentiende-eeuwer God en geesten oplossingen boden voor het raadsel van de voortschrijdende tijd, vond de hedendaagse mens daar weer andere vormen voor: in de laatste episode wordt er vastgeklampt aan de zekerheden die wiskunde en kwantummechanica bieden. Omdat Daanje al die vormen van geloof serieus neemt, in de zingevende kracht die ze hebben, neemt ze een positie in die je postmodern zou kunnen noemen: doordrongen van het besef dat één zuivere waarheid onbereikbaar is, of onbestaanbaar.
Daarmee is de vergelijking tussen De ontdekking van de hemel en Het lied van ooievaar en dromedaris nog niet zo gek – waarbij Daanje wel als de wijzere uit de bus komt. Zij rekent niet op een groter plan, erkent dat er misschien niets is dan chaos. En mensen: Daanje zingt het lied van mensen die de zin zelf geven. Die wordt telkens
V-503 V-504