Recensies - Het lied van ooievaar en dromedaris Anjet Daanje
Drayden dat haar biografen voor vraagtekens blijft stellen.
In het elfde en laatste hoofdstuk zijn we met Ties Auwerda in het Groningen van deze eeuw aanbeland. Dat hoofdstuk heeft nog steeds raakvlakken met het begin, omdat elk hoofdstuk steeds opent met informatie over de Draydens, via interpretaties van biografen en ontdekkingen van literatuurwetenschappers en gedichten van Eliza May. Dat zijn door Daanje vertaalde gedichten van Emily Brönte die ook als aparte bundel zijn uitgegeven, aangevuld met eigen poëzie van Daanje.
Het grootste deel van de hoofdstukken gaat over andere personages, maar zit altijd wel met een haakje vast aan het Drayden-verhaal. [...]
Dit is maar een miniem voorbeeldje van de ingenieuze manier waarop Daanje de verhalen aan elkaar linkt. Uiteindelijk is niet de biografie van de Draydens van belang, maar spelen veel grotere thema’s een rol. Wat is liefde, waaruit bestaat de band tussen familieleden, wat is geloof en wat
wetenschap, wat is dood, wat is tijd? Maar bovenal: wat is fictie? Kun je via de fictie nader komen tot de werkelijk geleefde levens van schrijvers? Een biografe van Drayden die het raadselachtige aantekeningenboekje in handen heeft, lukt het in ieder geval niet. ‘En dat niet-begrijpen – het wonder van het leven, het mysterie van de dood – laat zich alleen vangen in kunst.’
Na meer dan zeshonderd bladzijden ben je volledig kwijt wat waar is en wat verzinsel. Dat lijkt ook net de bedoeling te zijn van dit megawerk van Daanje. Een kandidaat voor alle shortlisten.

Waardering: *****

Lees het volledige artikel op een andere website.
V-489 V-490