Recensies - Het lied van ooievaar en dromedaris Anjet Daanje
Daanje: ‘Het is een boek in elf hoofdstukken met elf verschillende hoofdpersonen die allemaal een houvast zoeken in hun leven. Dat begint in de negentiende eeuw met religie of bijgeloof en verschuift gaandeweg naar wetenschap of complottheorieën. Maar eigenlijk heeft dat dezelfde functie in het leven van die mensen.’
Uit angst potentiële lezers af te schrikken, verzwijgt ze dat het ook een boek is over dood en vergankelijkheid, en dat bovendien de geest van Emily Brontë erin rondwaart. Alleen heet ze geen Emily Brontë, maar Eliza May Drayden.
Hoho, niet afhaken nu, want dit is een roman die zich op allerlei niveaus laat lezen. Als een literaire puzzel, als een grandioze tijdreis of gewoon als een verzameling uiterst meeslepende verhalen waarin voor de goede verstaander de echo’s van schrijvers als Sarah Waters en Margaret Atwood zijn terug te horen. Je hoeft helemaal niks van de gezusters Brontë te weten om volledig te worden meegezogen in deze roman, die begint op 12 december 1847 in Yorkshire en eindigt op 12 december 2007 in
Groningen. In elf verhalen vertelt Daanje wat er in die anderhalve eeuw gebeurt in de levens van mensen die op de een of andere manier verbonden zijn met de mysterieuze schrijfster Eliza May Drayden. De zonderlinge Eliza groeide met haar zusjes op in een eenzame pastorie in een dorpje in Yorkshire en werd na haar dood wereldberoemd dankzij haar duistere roman Haeger Mass.
Daanje begint haar vertelling met Susan Knowles-Chester, die de doden wast, hun haar kamt en ze de lijkwade aantrekt die ze voor hen heeft genaaid. Ook haar dorpsgenoot Eliza zal ze klaarmaken voor haar graf, want ze sterft jong. Dertig is ze pas. Niemand kan dan nog bevroeden dat ze onsterfelijk zal blijken. Zo onsterfelijk dat ze 174 jaar na haar dood iemand in Groningen inspireert tot een roman van 650 pagina’s.
Hoewel de drie Brontë-zusjes samen maar acht romans en een handvol gedichten publiceerden en er betrekkelijk weinig over hun leven bekend is, is er een goed gevulde bibliotheek over hen
V-461 V-462